De vertelling over Koens huidige vrije tijd vergt een hele pagina! Misschien rijst de vraag: wat bezielt Koen? Hoe heeft het zo ver kunnen komen? Om dat te begrijpen, is een geschiedenisles over Koens vrijetijdsbesteding vanaf de kleutertijd onvermijdelijk. Laten we op dit tabblad daarom de hele handel over de levenswandel van Van Andel uit de doeken doen (zonder die doeken vervolgens ergens omheen te winden).
De eigenwijze kleutertijd
Waar andere peuters en kleuters goed gebruind door het buitenspelen, met tanden door hun lip van het veelvuldige struikelen en blauwe plekken over hun hele lichaam van het ravotten ’s avonds op de met hun ouders overeengekomen bedtijd uitgeput in bed tuimelden, had Kleuter Koen een meer pragmatische kijk op de wereld om zich heen ontwikkeld: wat had het voor nut een glijbaan te beklimmen, als je na afloop weer precies op dezelfde begane grond terugkwam? Waarom zou je je stoepkrijt op straat krassen als er wolken dreigden die het weer weg zouden spoelen?
Nee, van voor zonsopgang tot diep na zonsondergang was Koen binnen te vinden, om z’n eigen gang te gaan. Elke dag verrezen er verrassende constructies van LEGO, of karton, plakband en al het andere binnen handbereik. Het voordeel van LEGO voor ouders is, dat een kind z’n bouwwerk weer uit elkaar moet halen als hij iets nieuws wil maken, want ooit zijn de steentjes op. Dit in tegenstelling tot creaties uit karton, die van het kind bewaard moeten blijven totdat na jaren eindelijk het plakband loslaat. Aldus stapelden zich in huize Van Andel hele vuilnishopen met knutselwerk op…
Koens specialisaties
Door de jaren heen zorgde Koen wel voor wisselende exposities in deze vuilnishopen. In het vroege begin ontstonden, geïnspireerd op alle kunstschatten uit het onvolprezen Nationaal Museum van Speelklok tot Pierement in Utrecht, vooral draaiorgels. Op de kindermarkt van Koninginnedag was Koen niet te vinden met een kleedje vol rommel van zolder, maar met een namaak-draaiorgel, waarin een hele verzameling cassettebandjes werd afgedraaid. Met een echt mansbakje haalde hij goud geld op!
Een nieuwe fascinatie diende zich aan, terwijl de sympathie voor draaiorgels altijd bleef bestaan: molens! Binnen en vooral buiten in de achtertuin doken allemaal molens van LEGO en andere materialen op, veelal echt werkende replica’s van exemplaren die Koen in het wild had gezien als hij zijn ouders naar een plaats dirigeerde waar een exclusief type stond. Alle molenfeitjes waren in het kleuterhoofd opgeslagen en die gaan er waarschijnlijk ook nooit meer uit. Wist u bijvoorbeeld dat er enkele tientallen achtkanten bovenkruiers zijn, waarvan één in Zuid-Holland en de rest in Noord-Holland? En dat je in het noorden zowel paal- als boktjaskers tegenkomt? En dat in Terschuur een heel oude standerdmolen te vinden is? Bij elke plaatsnaam wist Koen wel op te dreunen of er een molen stond en zo ja, wat de specificaties waren. Verder verliep alles gelukkig in goede gezondheid.
Iets soortgelijks speelde zich even later met klokken af. In de woonkamer tikten zelfgemaakte uurwerken met gewichten en veeraandrijving, slingerden twee meter lange slingers van LEGO kalm heen en weer en op zijn slaapkamer tikte het oerwoud van zelf opgelapte horloges, wekkers en wandklokken als regen tegen de ruiten. Ook al bleven draaiorgels en molens hem boeien, het waren uurwerken wat de klok sloeg.
In de jaren daarna – we zitten inmiddels in de jaren 1990 – kwamen er op eenzelfde dolle wijze stoommachines, vliegtuigen, treinen en auto’s voorbij in huize Van Andel. De interesses stapelden zich op en hadden met elkaar gemeen, dat het altijd om bouwwerken of apparaten ging, waaraan iets kon bewegen en waar liefst ook nog geluid of zelfs muziek uit kwam.
Muziek
De bovengenoemde hobby’s buitelden nog in volle vaart over elkaar, toen Koen gefascineerd raakte door een oude viool die bij een oud-tante aan de muur hing. Hoewel hij het orgel als apparaat altijd al interessant vond, koos hij op zijn zevende voor vioolles. Elf jaar lang heeft hij met veel plezier lessen gevolgd en tussendoor af en toe wat gestudeerd. Mooi en leerzaam! Het spelen zal na al die jaren rust vast niet meer om aan te horen zijn, maar het was ideaal om op deze manier met muziek bezig te zijn.
Orgel spelen is er tot op heden niet van gekomen. Waarom? Tussen alle andere bezigheden blijft daar gewoon te weinig tijd voor over en bovendien bestaat de angst dat twee à drie balken een groot drama wordt, als je bedenkt dat één balk voor viool al zo’n gedoe was! Het bouwen van een orgel is minstens zo’n groot gedoe, maar daar sta je niet zo bij stil als je begint. Anders dan muziek maken hoeft het niet in een bepaald tempo te gebeuren en dat paste beter bij de bedachtzame knutselaar.
Voordat het huidige koororgel voor de Sint-Gertrudiskerk ontstond, waren er nog twee andere projecten. Nog maar net van de basisschool haalde Koen het in zijn hoofd om te reageren op een advertentie uit de krant, waarin voor 25 destijdse guldens een harmonium werd aangeboden (voor de niet-kenners: zo’n traporgel met een soort harmonicageluid).
Na restauratie van de balgen en een grootscheepse schoonmaak heeft het instrument een aantal jaren in de weg gestaan op zijn slaapkamer en is toen voor een mooie prijs op een bestemming beland waar menig harmonium alleen maar van kan dromen: bij een predikant in de studeerkamer!
Het tweede project volgde meteen daarop: als vijftienjarige begon Koen uit triplex zelf orgelpijpjes te maken. Omdat je aan losse pijpjes weinig hebt, groeide er al gauw een windlade, klavier en windvoorziening (met handpompbediening) omheen. Resultaat: een zogeheten portatief, een draagbaar orgeltje. Even gauw groeide het besef dat je aan een portatief met 25 tonen weinig hebt en werden er plannen gesmeed voor een orgel met grotere omvang (zie ‘Van Andel-orgel’).
Uit archeologisch onderzoek op de slaapkamer van Koen is niet exact te achterhalen wanneer dit heidense karwei (of kunnen we het beter monnikenwerk noemen?) van start ging, maar er zijn schetsen van voor de millenniumwisseling aangetroffen…
Ook al kan de bouw van zo’n orgel je geheel opslokken, Koen is er altijd op uit blijven gaan om alle mooie (historische) orgels die door ons hele land verspreid staan, te bewonderen en zich te verwonderen over alle moois wat er te zien en te horen is. Daar haal je tenslotte een hoop inspiratie vandaan!