Het Van Andel-orgel is in 2018 overgeplaatst naar de Broederenkerk te Deventer.

De dispositie is daarbij ongewijzigd gebleven en luidt als volgt:
______________________________________________________________________________

Manuaal (C-f”’)
Holfluit 8′ B/D
Prestant 4′ B/D
Woudfluit 2′ B/D
Basson-Hobo 8′ B/D

Pedaal (C-d’)
Subbas 16′ (c-d’ transmissie Holfluit)
Bourdon 8′ (transmissie Holfluit)

Speelhulpen
Pedaalkoppel
Tremolo (in sterkte en snelheid regelbaar, ook tijdens het spelen)
Treden voor inschakelen en uitschakelen Prestant 4′ B+D

Overige gegevens
Temperatuur: evenredig zwevend
Toonhoogte: a’ = 440 Hz bij ca. 16 graden Celsius
Deling bas/discant: tussen b en c’
Winddruk: 85 mm WK, m.u.v. groot octaaf Subbas: ca. 65 mm WK
Tractuur: mechanisch, m.u.v. Holfluit C-d’/Bourdon C-d’/Subbas c-d’ (elektrisch) en Subbas C-B (elektro-pneumatisch)
______________________________________________________________________________

Enkele bijzonderheden worden hieronder uitgelicht:

Ontwerp

Het kasontwerp is geheel van eigen hand. Toen het instrument nog in aanbouw was op de slaapkamer in Leusden, bestonden diverse plannen voor meer en minder rijk gedecoreerde frontontwerpen, sommige van eigen hand, andere naar klassiek voorbeeld.

Toen het instrument overgeplaatst werd, bestond echter de wens vanuit de parochie in Utrecht het orgel – tot dan toe een open constructie zonder kas – zo snel mogelijk van een kas te voorzien. Het huidige ontwerp is toen in enkele weken getekend en gerealiseerd, uitgaande van materialen en formaten die bij bouwmarkten voorhanden waren. Het rasterwerk aan de voorkant en zijkanten is overgenomen van het glas-in-lood in de biechtstoelen van de R.K. Sint-Gertrudiskerk, waar het orgel van 2006 tot 2018 stond.

Hoewel dit uiterlijk veel strakker en minder uitgesproken was dan de voorgaande ontwerpplannen, bleek de kas wel zeer functioneel en daarom is het huidige ontwerp definitief gehandhaafd, ook op de nieuwe locatie in Deventer.

Registerknoppen

In tegenstelling tot het globale frontontwerp, is het ontwerp van de registerknoppen niet van eigen hand. Uit bewondering voor het werk van de orgelmakers Witte is een poging gedaan de karakteristieke knoppen van deze firma te kopiëren. Meer daarover is te lezen onder ‘Actueel‘.

Tremolo

In 2017, dus vrij kort voordat het orgel van Utrecht naar Deventer verhuisde, is het orgel verrijkt met een bijzondere Tremolo. Deze is in snelheid én in diepte van de slag instelbaar, ook gedurende het spelen. Dus zelfs binnen één toon kun je, net als zangers en andere instrumentalisten, een extra dimensie toevoegen door het vibrato te variëren.

Door het in- en uitschuiven van de knop kan de sterkte traploos worden geregeld, door het draaien van de knop kan de snelheid traploos worden geregeld, zoals te zien in deze demonstratie. En dat alles zonder elektr(onic)a, alles puur en klassiek op orgelwind!

Vanzelfsprekend kun je de Tremolo ook naar smaak vastzetten op één snelheid en diepte, zodat je gewoon het effect van een klassieke tremulant hebt.

Op de pagina ‘Audio’ zijn muziekvoorbeelden te vinden waarbij de Tremolo wordt gebruikt.

Diverse tracturen

Het grootste gedeelte van het pijpwerk ontvangt zijn lucht via een klassieke mechanische sleeplade. De bas van de Holfluit wordt echter elektrisch aangestuurd, hetgeen transmissie voor de acht- en zestienvoet van het pedaal eenvoudiger maakt.

In de jaren nadat het orgel op de locatie in Utrecht was geplaatst, is het uitgebreid met een pedaalkas, achter de hoofdkas, met daarin het groot octaaf van de Subbas voor het vrije pedaal. Ook deze twaalf Subbaspijpen worden niet-mechanisch aangestuurd, om ruimtelijke redenen.

In plaats daarvan wordt een elektronisch signaal van de toetscontacten op een printplaat omgezet in een elektrisch signaal voor elektromagneten.

De elektromagneten schakelen balgjes die uiteindelijk de pijpventielen openen. In feite is de Subbaslade dus een soort elektro-pneumatische Taschenlade met een vleugje elektronica. Behalve dat deze aanleg ruimte overlaat tussen hoofd- en pedaalkas voor o.a. de windmotor, vormt het ook een leerzame verkenningstocht in de orgelbouw, langs de meest gangbare tractuursystemen.

De pedaallade is uit esthetische en praktische overwegingen uitgevoerd als onderdeel van de vlonder waarop het orgel is geplaatst. Veel delen zijn uitgevoerd in plexiglas, zodat de balgjes en elektromagneten te zien zijn. Zo wordt benadrukt dat een orgel ook een boeiend technisch apparaat is, iets wat normaal helaas verscholen blijft voor de argeloze luisteraar.

Een fotoreportage van de bouw van deze pedaallade is te zien onder het tabblad ‘Utrecht (2006-2018)’.

Pijpwerk

De Holfluit 8′ en Prestant 4′ zijn afkomstig uit het orgel van de voormalige R.K. Sint-Antonius van Padua aan de Boschjesweg te Rotterdam, kortweg de Boschjeskerk (Valckx & Van Kouteren, 1954; zie ‘Archief‘).

De Woudfluit 2′ is vervaardigd door Standaart aan het begin van de twintigste eeuw. In welk orgel deze stem heeft gefungeerd, is onbekend. Tien pijpen van de Roerfluit 8′ uit hetzelfde orgel zijn gebruikt om vanaf gis” de vanaf dat punt conische pijpen van de Bourdon van Valckx & Van Kouteren (nu Holfluit genaamd) te vervangen. Dit levert een betere klankaansluiting op de lagere (gedekte) Bourdonpijpen.

Het tongwerk is een door Stinkens uit Zeist vervaardigde Regaal voor een huisorgel in Den Haag. De bekers hebben een licht trechtervormig onderstuk met een sterker trechtervormig bovenstuk, zoals bij het register Hobo vaak voorkomt. De bovenranden zijn voorzien van intoneerdeksels. Dit register is reeds geplaatst, maar dient nog gerestaureerd en op de nieuwe situatie geïntoneerd te worden.

De Subbas 16′ bezit een groot octaaf van multiplex van het orgelpositief uit de Evangelische Kirche te Klingenberg am Main (Duitsland), vervaardigd door Walcker Orgelbau (positief type D3, opus 5020, bouwjaar 1971).

Nadat in 2017 de Tremolo is toegevoegd, is het orgel in principe compleet en klaar. Maar zoals menig hobbyproject zal ook dit orgel gaandeweg nog wel wat verfijnd en bijgeschaafd worden. Blijf dus het nieuws in de gaten houden!